Henk-Reints.nl
februari 2007
intro

Onderstaande is een kopie van http://user.online.be/felixverbelen/bul1582.pdf, een vertaling (augustus 2003) door Felix Verbelen van de bul "Inter Gravissimas" van paus Gregorius XIII. Felix geeft in zijn document aan: "Verspreiding toegelaten mits bronvermelding", wat bij deze is gebeurd. Ik heb de opmaak wat aangepast naar eigen inzicht, maar tekstueel heb ik aan de vertaling geen letter gewijzigd, met uitzondering van de uitdrukking "zwaarste zorgen" helemaal in het begin, en de twee door mij toegevoegde kopregels helemaal bovenaan in donkerblauw, overeenkomstig onderstaand plaatje uit de Opera Mathematica van Christophorus Clavius. Op zijn eigen website verwijst Felix naar de site van , die ik ook heb gebruikt als bron voor mijn vertalingen van de overige teksten op deze site. Felix heeft Rodolphe's transcriptie en Franse vertaling dus ook als bron gebruikt.

Copyright en Disclaimer


Bekijk foto's van de Opera Mathematica met de oorspronkelijke tekst

intergrav.jpg

EEUWIGDURENDE GREGORIAANSE KALENDER.

Aan de algehele Christelijke wereld voorgesteld door paus Gregorius XIII in 1582.

GREGORIUS, Bisschop, dienaar der dienaren Gods. Te eeuwiger gedachtenis.

ONDER de zwaarste zorgen van ons herderlijk ambt is niet de minste deze van het tot een goed eind te brengen, met Gods hulp, van datgene wat door het heilige Concilie van Trente werd voorbehouden aan de Apostolische Stoel.

1. Omdat de concilievaders hun aandacht ook schonken aan verdere overwegingen nopens het Brevier doch werden gestopt door tijdgebrek, hebben zij wijselijk bij decreet besloten, de ganse aangelegenheid aan de autoriteit en het inzicht van de paus van Rome over te laten.

2. Uit twee hoofdgedeelten nu bestaat de inhoud van het Brevier: het eerste bevat de gebeden en lofzangen voor de feestdagen en de werkdagen, terwijl het andere handelt over de jaarlijkse terugkeer van het Paasfeest en de ervan afhankelijke feestdagen, geregeld volgens de bewegingen van de zon en de maan.

3. Voor de herziening van het eerste gedeelte en de bekendmaking ervan, heeft onze voorganger Pius V, zaliger gedachtenis, zorg gedragen.

4. Deze van het andere gedeelte, hetgeen voorafgaandelijk de restauratie van de kalender vereist, werd sinds lang en herhaaldelijk betracht door de Pausen van Rome, onze voorgangers, doch kon tot op heden niet tot een goed einde worden gebracht, omdat de diverse ontwerpen tot verbetering van de kalender, zoals voorgesteld door deskundigen inzake hemelbewegingen, ten gevolge van de grote en schier onoverkomelijke moeilijkheden die met een dergelijke verbetering steeds gepaard gaan, noch duurzaam waren, noch de oude Kerkgebruiken onaangetast lieten, terwijl dit toch onze eerste zorg was.

5. Toen derhalve ook wij ons, gesterkt met het gezag dat God ons heeft geschonken, hoe onwaardig we hiervoor ook weze, in deze overpeinzingen verdiepten, bracht onze geliefde zoon Antonius Lilius, doctor in de kunsten en medicijnen, ons een boek dat voorheen was geschreven door zijn broer Aloysius en waarin deze aantoonde dat middels een geheel nieuwe, door hem bedachte Epactencyclus, welke enerzijds gebruik maakt van zeer nauwkeurige eigen regels voor het gulden getal en zich anderzijds aanpast aan elke duur van het zonnejaar, alle gebreken van de kalender op een coherente wijzekonden verbeterd worden en dat deze daardoor geldig zou blijven tot het einde der eeuwen, zodat hij in de toekomst niet meer aan wijziging onderhevig lijkt. Dit nieuwe ontwerp van kalenderrestauratie, samengevat in een beknopt boekje, hebben wij enkele jaren geleden laten geworden aan de christelijke vorsten en aan de vermaardste universiteiten, opdat dit werk dat allen aanbelangt, tot stand worde gebracht in overleg met allen; nadat deze, zoals we het ten zeerste wensten, instemmend hadden geantwoord, hebben we, aangemoedigd door deze eenstemmigheid, enkele ter zake zeer bekwame mannen, die we voordien hadden gekozen in de voornaamste landen van de Christenwereld, naar de Heilige Stad laten komen voor de hervorming van de kalender. Na veel tijd en aandacht te hebben besteed aan dit nachtelijk werk en onder elkaar van gedachten te hebben gewisseld over cycli die ze hadden geput uit alle bronnen, zowel oude als nieuwe, en die ze nauwkeurig hebben bestudeerd, verkozen ze, na diepgaande overweging en rekening houdend met de mening van geleerde mannen die hierover hebben geschreven, deze epactencyclus boven alle andere, onder toevoeging van elementen die, na rijp beraad, onontbeerlijk bleken om een perfecte kalender tot stand te brengen.

6. Na onderzoek bleek het noodzakelijk om gelijktijdig over drie punten te beslissen, teneinde de Paasviering opnieuw in overeenstemming te brengen met de regels vastgesteld door de vroegere pausen van Rome, in het bijzonder Pius de Eerste en Victorius de Eerste, en door de concilievaders, in het bijzonder deze van het grote oecumenisch concilie van Nicea, te weten: ten eerste, de juiste datum van het lenteequinox, vervolgens de juiste datum van de veertiende dag van de maan als deze die ouderdom bereikt op de dag zelf van het equinox of onmiddellijk erna, en tenslotte de eerste zondag die volgt op deze veertiende dag van de maan. Derhalve hebben we er voor gezorgd dat niet enkel het lente-equinox teruggebracht wordt tot de vroegere datum, waarvan hij sinds het concilie van Nicaea reeds ongeveer tien dagen afwijkt, en dat de 14de dag van de paasmaan opnieuw op de juiste plaats wordt gebracht, waarvan hij thans vier dagen en meer afwijkt, maar ook dat een methodisch en rationeel systeem wordt ingevoerd waardoor belet wordt dat in de toekomst het equinox en de veertiende dag van de maan nog zouden verschuiven ten opzichte van hun geëigende posities.

7. Opdat derhalve het lente-equinox, dat door de Vaderen van het Concilie van Nicaea op de 12de dag voor de kalendae van april was vastgesteld, opnieuw op die datum worde teruggezet, bepalen en bevelen wij, dat van de maand oktober van het jaar 1582 de tien dagen worden geschrapt, gaande van de derde dag voor de nonae tot de dag voor de idus inbegrepen, en dat de dag volgend op de vierde dag voor de nonae, waarop traditioneel het feest van Sint-Franciscus wordt gevierd, de idus van oktober worde genoemd en dat op die dag het feest worde gevierd van de heilige martelaren Dionysius, Rusticus en Eleutherius evenals de gedachtenis van Sint-Marcus, paus en biechtvader, en van de heilige martelaren Sergius, Bacchus, Marcellus en Apuleius; dat 's anderdaags, de zeventiende dag voor de kalendae van november, het feest gevierd worde van de heilige Calixtus, paus en martelaar; dat vervolgens op de zestiende dag voor de kalendae van november het officie en de mis van de achttiende zondag na Pinksteren gelezen worde, terwijl de zondagsletter verschuift van G naar C; dat tenslotte op de vijftiende dag voor de kalendae van november het feest plaats vinde van Sint-Lucas, evangelist, waarna de andere feestdagen elkaar zullen opvolgen zoals beschreven in de kalender.

8. Opdat echter deze weglating van tien dagen geen nadeel brenge voor wie maandelijkse of jaarlijkse betalingen dient te verrichten, zullen de rechters tot plicht hebben bij elk geschil dat er zou kunnen uit voortvloeien, rekening te houden met genoemde weglating en de vervaldag van betalingen te verschuiven met tien dagen.

9. Vervolgens, opdat het equinox zich in de toekomst niet meer zou verwijderen van de twaalfde dag voor de kalendae van april, decreteren we dat elke vier jaar een schrikkeldag dient ingelast te worden zoals gebruikelijk, behalve bij eeuwjaren; maar dat deze, alhoewel het tot op heden immer schrikkeljaren waren, en alhoewel we wensen dat het jaar 1600 het ook weze, het nadien niet alle zullen zijn; maar dat voor elke periode van 400 jaar de eerste drie eeuwjaren zouden verlopen zonder schrikkeldag terwijl het vierde eeuwjaar wel een schrikkeldag zal bevatten, zodat de jaren 1700, 1800 en 1900 geen schrikkeldag zullen bevatten, doch dat in het jaar 2000 een schrikkeldag wordt ingelast zoals gebruikelijk, waardoor februari 29 dagen zal tellen, en dat dezelfde orde van weglating en inlassing van een schrikkeldag gedurende elke periode van 400 jaar voor immer geëerbiedigd worde.

10. Bovendien, opdat de veertiende dag van de paasmaan nauwkeurig vastgelegd weze en dat de ouderdom van de maan juist aangekondigd worde aan de gelovigen door er overeenkomstig het oude gebruik van de Kerk elke dag kennis van te nemen bij de lezing van het Martyrologium, bevelen wij dat, eenmaal het gulden getal uit de kalender verwijderd, dit zal vervangen worden door de cyclus der epacten die de plaats van de nieuwe maan en de veertiende dag van de paasmaan steeds bewaart, dank zij de hiervoor vermelde zeer nauwkeurige regels voor het gulden getal. En dit blijkt duidelijk uit onze uiteenzetting van de kalender waarin ook paastafelen in overeenstemming met de oude gebruiken van de Kerk zijn opgenomen, welke toelaten met meer zekerheid en gemakkelijker de hoogheilige Paasdag te vinden.

11. Tenslotte, omdat het wegens enerzijds de tien verwijderde dagen uit de maand oktober van het jaar 1582 (dat naar waarheid het jaar van de hervorming moet genoemd worden) en anderzijds wegens de drie dagen die niet meer zullen ingelast moeten worden tijdens elke periode van vierhonderd jaar, nodig zal zijn de 28-jarige cyclus van zondagsletters welke tot op heden in gebruik was in de Kerk van Rome te onderbreken, willen wij dat in de plaats dezelfde cyclus van 28 jaar treedt, aangepast aan de regels volgens genoemde Lilius inzake de inlassing van schrikkeldagen voor de eeuwjaren evenals voor elke duur van het zonnejaar, zodat de zondagsletter voor immer even gemakkelijk als voorheen kan bepaald worden aan de hand van de zonnecyclus, zoals uiteengezet in de canon die er betrekking op heeft.

12. Derhalve, in overeenstemming met hetgeen traditioneel behoort tot de bevoegdheid van de Opperpriester, keuren we hierbij de kalender goed welke thans hervormd is en vervolmaakt dank zij de welwillendheid van God ten overstaan van zijn Kerk, en hebben we bevolen dat hij te Rome zal gedrukt worden samen met het Martyrologium en vervolgens verspreid.

13. Maar opdat zowel de een als de andere overal ter wereld ongeschonden en foutloos bewaard blijve, verbieden wij aan alle drukkers welke gevestigd zijn in het gebied dat rechtstreeks of onrechtstreeks behoort tot onze jurisdictie en deze van de heilige Kerk van Rome, de stoutmoedigheid of de aanmatiging te hebben om zonder onze toelating de kalender of het Martyrologium, samen of afzonderlijk, te drukken of aan te bieden of er op enige wijze profijt van te hebben, op straf van verbeurdverklaring en van een boete van honderd gouddukaten ipso facto te betalen aan de Apostolische Schatkamer; aan de andere drukkers, waar ook ter wereld, leggen wij hetzelfde verbod op, op straffe van excommunicatie latae sententiae en van andere door ons te bepalen straffen.

14. Wij verklaren dus de oude kalender volledig opgeheven en afgeschaft en willen dat alle patriarchen, primaten, aartsbisschoppen, bisschoppen, abten en andere Kerkleiders, elk in hun kerk, klooster, convent, orde, krijgsmacht of bisdom, de nieuwe kalender (waaraan het Martyrologium werd aangepast), in voege stellen voor de lezing van het goddelijk offer en de viering van de feesten en slechts hiervan gebruik maken, zowel zijzelf als de andere priesters en bedienaren, seculiere en reguliere, van beider kunne, evenals alle krijglieden en alle christenen, en dat het gebruik zal beginnen na de weglating van tien dagen in de maand oktober van het jaar 1582. Zij echter die wonen in streken welke te ver afgelegen zijn voor tijdige kennisneming van onderhavige brief is het toegestaan een soortgelijke verandering door te voeren in het volgende jaar, zijnde 1583, of het daaropvolgende, uiteraard meteen nadat deze brief hen zal bereikt hebben, op de wijze die we hiervoor hebben uiteengezet en zoals uitvoeriger zal uitgelegd worden in de kalender van het jaar van de hervorming.

15. Anderzijds, krachtens het gezag ons verleend door God, verzoeken wij met aandrang onze zeer geliefde zoon in Jezus Christus, Rudolphus, de doorluchtige Roomse koning en gekozen keizer, alsmede de andere koningen en prinsen, evenals de republieken, en bevelen hen aan, vermits ze ons sterk hebben aangespoord deze zo schitterende taak te volbrengen, maar tevens, en zelfs vooral, teneinde tussen de christelijke naties onderling de eendracht bij de viering van de feesten te bewaren, zelf onze kalender tot de hunne te maken en er over te waken dat al hun onderdanen hem eerbiedig aannemen en er zich nauwgezet aan houden.

16. Omdat het echter moeilijk zou zijn deze brief te bezorgen aan alle landen van de christelijke wereld, bevelen wij dat hij zou publiek gemaakt worden en uitgehangen aan de deuren van de basiliek van de Prins der Apostelen en aan deze van de Apostolische Kanselarijen, evenals bij de ingang van het Campo dei Fiori; en dat door alle volkeren en in alle landen volstrekt dezelfde waarde gehecht worde aan kopieën van deze brief, zelfs indien gedrukt, vergezeld van exemplaren van de eerder vernoemde kalender en het Martyrologium, in zoverre deze voorzien zijn van de handtekening van een openbaar notaris en gewaarmerkt met het zegel van een dignitaris van de Kerk, alsof het de originele uitgehangen brief betrof.

17. Het is dus aan elkeen, zonder uitzondering, verboden in te gaan tegen deze akte van ons voorschrift, verordening, decreet, wil, goedkeuring, verbod, opheffing, afschaffing, aansporing en verzoek, of er zich met roekeloze stoutmoedigheid tegen te verzetten. Indien echter iemand zich dit aanmatigde, dient hij te weten hij dat hij zich blootstelt aan de toorn van de Allerhoogste en van zijn heilige apostelen Petrus en Paulus.

Gegeven te Tusculum, de zesde dag voor de kalendae van maart in het jaar 1581 van de Vleeswording van de Heer, het tiende van ons pausschap.

Cae. Glorierius.
A. de Alexijs.





In het duizend vijfhonderd tweeëntachtigste jaar van de geboorte van onze Heer Jezus Christus, de tiende indictie, en wel op donderdag de eerste van de maand maart, in het tiende jaar van het pontificaat van de heiligste Vader in Christus door Goddelijke voorzienigheid en onze heer Paus Gregorius de 13e, is het overgeschreven apostolische geschrift gepubliceerd en bevestigd aan de deuren van het prinselijk apostolaat van de stad & de apostolische kanselarij en ook bij de ingang van het Campo dei Fiori, zoals gebruikelijk, door mij, staffunctionaris van de Octaviaanse apostolische curie.

Franciscus Baron, hoofd van de curie.

compendium         de canons         de kalender

HR: In paragraaf 11 wordt verwezen naar "de canon die er betrekking op heeft". In totaal heeft zes canons geschreven waarin hij een aantal aspecten van de nieuwe kalender uitlegt.

Wat betreft de uitgiftedatum: de zesde dag voor de kalendae van maart is 24 februari, zie ook mijn uitleg over de Romeinse kalender.
Verder staat er het jaartal 1581 van de vleeswording van de Heer. Onze "Anno Domini" jaartelling is door Dionysius Exiguus ingevoerd in zijn Liber de Paschate in het jaar 525 na Christus (ja, toen pas!) en hij noemde het: "annus ab incarnatione Domini nostri Jesu Christi" (jaar sinds de vleeswording van onze Heer Jezus Christus). Die vleeswording was vastgesteld op 25 maart (als je een beetje kunt rekenen zie je dat dat precies negen maanden vóór de geboorte van Christus op 25 december is). Het kerkelijk jaar wijzigde dus op 25 maart.
Hoewel het uit deze bul niet letterlijk blijkt is tegelijk met deze kalenderhervorming het kerkelijk jaar ook gelijk gemaakt aan het burgerlijk jaar, dat op 1 januari begint, zoals Clavius duidelijk meldt in canon 1. Men nam op 1 januari het jaartal aan dat voorheen op 25 maart begon. In de Motu Proprio heeft paus Gregorius het duidelijk over februari 1583, in het jaar direct volgend op de kalenderhervorming, dus 1583 begon zeker vóór februari. (Engeland ging overigens pas in 1752 over op de Gregoriaanse kalender en tot die tijd viel de Engelse jaarwisseling dus nog steeds op 25 maart, waarvan je hier een leuk voorbeeld kunt zien).
Volgens onze hedendaagse systematiek is de uitgiftedatum van de "Inter Gravissimas" dus (zaterdag) 24 februari 1582 op de oude, nog niet hervormde kalender.

Franciscus Baron gebruikt in zijn opmerking over de publicatie van de bul het jaartal 1582, dus het burgerlijk jaartal en niet het kerkelijke dat de paus zelf wel gebruikt in zijn datering. Verder valt op dat hij dat het "jaartal van de geboorte" van Jezus noemt, terwijl de paus zelf duidelijk dateert met het "jaar sinds de vleeswording". Een soortgelijke tekst is hier te vinden, maar dan wel over een ander pauselijke bul van Pius V uit 1570. Kennelijk is de opmerking een standaardtekst die altijd werd toegevoegd door degene die de publicatie verzorgde. Verder is de geboorte natuurlijk 9 maanden ofwel een klein jaar later dan de vleeswording, dus het jaar sinds de geboorte zou 1 minder moeten zijn dan sinds de vleeswording...


Copyright
Met uitzondering van de twee kopregels die ik heb toegevoegd en de vermelding van de extra notitie door Franciscus Baron in de Opera Mathematica, is deze vertaling geheel van de hand van Felix Verbelen. Hij geeft in zijn document toestemming tot verspreiding, mits met bronvermelding. Ik heb de tekst uit zijn PDF-bestand gekopieerd en op deze pagina in HTML een andere opmaak gegeven, maar ik heb er per saldo geen letter aan gewijzigd, m.u.v. "zwaarste zorgen" in de openingszin.

Disclaimer
Uiteraard kan ik geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor een product dat niet van mijn hand is. Overigens vind ik wel dat Felix Verbelen een accurate vertaling heeft gedaan.

Henk-Reints.nl